
Herinner je je het moment dat de eerste iPhone uitkwam? Door Steve Jobs geintroduceerd met de legendarische presentatie ‘a phone, an iPod, an internet communications device!’. Ik zie nog voor me hoe ik met het touchscreen speelde, hoe ik me met open mond verwonderde dat dit bestond, dat deze technologie er was. Sindsdien ben ik niet meer zo onder de indruk geweest van technologie – tot ik ChatGPT gebruikte. De mogelijkheden die dit programma en de onderliggende technologie (taalmodellen) bieden zijn ongekend.
ChatGPT is de eerste gebruikersvriendelijke implementatie van communicatie met taalmodellen voor particuliere gebruikers, net zoals de iPhone de eerste smartphone was die aantrekkelijk was voor een breed publiek. ChatGPT is eigenlijk het taalmodel GPT-3 met een chat-interface ervoor, waardoor het gemakkelijk te gebruiken is. Er zijn nog veel meer van dit soort taalmodellen op de markt, wat betekent dat er binnenkort meer vergelijkbare producten zullen verschijnen. De grootste techbedrijven investeren miljarden in deze technologie – Satya Nadella, de CEO van Microsoft, heeft bijvoorbeeld aangegeven dat GPT-3 in Office 365 geïmplementeerd zal worden. Voor de consument betekent dit: de essentie uit e-mails laten samenvatten, automatisch met Powerpoint presentaties laten maken en (lastig vindbare) documentatie in Sharepoint bevragen. Maar als we vooruitkijken kan de onderliggende technologie nog veel meer. Door goed na te denken over wat de technologie van een taalmodel inhoudt, wat het kan – en vooral ook wat het niet kan – kunnen we anticiperen en sturen in de veranderingen die op ons afkomen.
Maar de technologie is zo nieuw en onontgonnen, dus waar begin je met je analyse? Ik merk dat gesprekken die ik over ChatGPT heb minstens een half uur uitlopen, omdat er te veel te bespreken is. Verder is er het risico dat je meegaat in de hype en jezelf visies voorhoudt die in de praktijk flink gaan tegenvallen. Daarom focus ik op de vraag: ‘wat kunnen wij als professionals met taalmodellen?’ en bij Le Blanc Advies hebben we hier ook sessies over georganiseerd, waarin we de kansen en beperkingen goed in kaart hebben gebracht.
De concrete mogelijkheden die we zien zijn legio. Onze user stories en requirements zetten we vaak via eenzelfde structuur op – door het taalmodel deze structuur mee te geven kunnen we ons werk ontzettend vergemakkelijken, want dan kan deze de stories voor ons opstellen. Wat al helemaal krachtig zou zijn is als we (secure) klantdata kunnen meetrainen in een taalmodel – wat een gigantische ontsluiting van informatie voor interne medewerkers zou betekenen. En het biedt enorme kansen voor burgers, zoals laaggeletterden of mensen die niet bekend zijn met de Nederlandse bureaucratie. Via een taalmodel kunnen zij aanvragen voor subsidies, toeslagen en dergelijke indienen en krijgen waar ze recht op hebben. En wellicht kan op dit moment nog niet alles, maar vraag is waar de technologie over een paar jaar staat.
Want kijk naar je smartphone. Dekt ‘a phone, iPod and internet communications device’ de lading? Voor mij is het antwoord: nee, het is veel meer dan dat. Ik bel nauwelijks, ik heb welgeteld 0 mp3’s op mijn telefoon en ‘internet communications device’ is een containerbegrip. Maar het is zoveel meer: het is je navigatietool in de auto, je beheert je social media, je WhatsAppt, je stemt je gitaar ermee, noem maar op. Ik verwacht dat taalmodellen ook op deze manier gaan evolueren: nu schrijven we er boekverslagen mee en sparren we ermee voor meetings – maar dat is waar de bal nu ligt. De vraag die we ons moeten stellen is waar de bal naartoe gaat en waar we staan als hij daar aankomt. Kunnen we sturen en anticiperen of laten we het ons overkomen? Deze vraag houdt mij dagelijks bezig – als jij er ook energie van krijgt om hierover na te denken zou ik graag met je sparren! Ik ben bereikbaar op matthijs.degroot@leblancadvies.nl.
– Matthijs de Groot, Adviseur bij Le Blanc Advies