
Waarom Agile soms de valkuil is voor succes
‘Het huis dat wij willen bestaat niet’, ‘we stellen ieder zo onze eigen eisen aan een nieuwe woning’, ‘we zijn uit ons jasje gegroeid’. Ik kijk graag naar programma’s als “Kopen zonder kijken” of “De perfecte verbouwing”. Geïnspireerd door wat ze elders hebben gezien komen de opdrachtgevers in deze programma’s met legio wensen, vaak is er urgentie (baby op komst) en meestal een beperkt budget. De architect of makelaar gaat in gesprek met de klant om wensen te inventariseren. Hij gaat opzoek naar de passende oplossing, maar met het beperkte budget moeten er ook keuzes gemaakt worden. En dan komen er ook nog technische onvolkomenheden aan het licht. Gaat dit allemaal wel lukken?
Als adviseur heb ik de afgelopen jaren organisaties geholpen bij het ontwikkelen van een mobile app. Opdrachtgevers zijn geïnspireerd door concurrenten of zien wat er aan apps op de markt is en willen dit ook. Evenals bij het ontwerpen van een huis, heeft de opdrachtgever vaak een beperkt idee over wat er bij het ontwerp en de bouw van een app komt kijken. Op basis van globale ideeën wordt er een offerte uitgebracht binnen het gegeven budget. En natuurlijk is voor het ontwikkelen van een mobile app agile dé werkwijze. De opdrachtgever is enthousiast en besluit het project te starten met de verwachting na een aantal maanden zijn eerste app te kunnen lanceren.
En dan kom ik in beeld. Of ik wil helpen de requirements uit te werken in user stories met SMART criteria, want de leverancier wil beginnen met bouwen. De requirements blijken heel globaal, de ontwikkelaars weten niet wat ze moeten bouwen en hebben vragen. En is er wel met andere aspecten rekening gehouden? Er zijn natuurlijk security eisen, voldoet e.e.a. wel aan de AVG, is er rekening gehouden met toegankelijkheidseisen voor blinden en slechtzienden? Ik kijk met een schuin oog naar de TV. De bouwvergunning is afgekeurd door de welstandcommissie: terug naar de tekentafel. Helaas vertraging … en enkele weken later blijken er door extra aanpassingen helaas ook extra werk en kosten.
Dan komt het moeilijke gesprek met de opdrachtgever, want we hebben slecht nieuws. Er is meer tijd nodig om de app tot in de stores te brengen en het gaat ook meer kosten. Maar het goede nieuws is dat er nu een duidelijk beeld is wat er nodig is om als product owner een haalbaar plan neer te leggen, de juiste mensen aan te haken en een goede kosten-batenafweging te maken. Alle puzzelstukjes vallen in elkaar en we kunnen gericht aan het werk. Het is een flinke klus, maar we hebben er zin in. Dit wordt smullen …
Ik zie nog regelmatig misverstanden over agile werken, doordat het agile manifesto verkeerd wordt geïnterpreteerd. Agile wordt gezien als heilige graal om snel software te kunnen ontwikkelen. Agile kan hier zeker bij helpen, maar je moet dan wel aan een aantal randvoorwaarden voldoen. Agile legt de nadruk op werkende software, samenwerking met de klant en inspelen op verandering. Soms wordt dit als argument gebruikt om andere dingen over te slaan, zoals een ontwerp. Als je documentatie laat zitten, wordt het op den duur steeds lastiger om die op orde te krijgen, waardoor je juist minder flexibel wordt en minder goed kan inspelen op verandering, omdat je niet meer in beeld hebt wat je hebt gemaakt.
Als je een app in gebruik wilt nemen, heb je niet genoeg aan alleen maar functionele software. Een app moet vaak samenwerken met andere systemen en daar moeten andere mensen buiten dat ontwikkelteam dingen voor doen. Dan moet je een plan hebben. Vaak worden deze ‘hygiëne-maatregelen’ naar de achtergrond gedrukt met als argument dat we het op een agile manier doen. Dan wordt agile een valkuil.
Eigenlijk ontlopen het ontwerp en de ontwikkeling van een goede app en die van een mooie woning elkaar niet veel. Je moet goed nadenken en samenwerken. Er moeten zó veel beslissingen worden genomen om tot een eindresultaat te komen. Ook een eenvoudig ontwerp heeft afstemming nodig. Als adviseur zit ik daar bovenop. Tot en met het laatste loodje.
Het is zover. Doe de blinddoek maar af…
– Antje Derksen
In samenwerking met Frank Blaauboer